Gods heerlijkheid verlaat de tempel

14-05-2024

Gods heerlijkheid verlaat de tempel

Lezen Ezechiël 8


'Daarop zei Hij tegen mij: Mensenkind, ziet u wat zij doen? Grote gruweldaden, die het huis van Israël hier doet, zodat Ik ver wegga van Mijn heiligdom. En u zult nog meer grote gruweldaden zien.' Ezechiël 8:4

Ezechiël werd door God aangesteld als een wachter.

Mijn vraag is: Waarom verliet God de tempel?

De vergezichten die hij krijgt laten in ieder geval de noodzaak zien van de komst van Jezus in het vlees, maar bovenal de noodzaak van Jezus Zijn wederkomst in al Zijn macht en glorie.


De hoofdstukken die voorafgaan maken dit wel duidelijk. Ezechiël moet plaatsvervangend zonde belijden, door voor Israël 390 dagen vastgebonden op zijn linkerzij te liggen en voor Juda 40 dagen op zijn rechterzij. Een dag voor elk jaar dat zij in ongerechtigheid leefden, oftewel 430 jaren van ongerechtigheid.

Gods huis, de tempel, het heiligste en mogelijk ook duurste bouwwerk op aarde, werd in 586 v. Christus verwoest door de Babyloniërs. Dit was tijdens het leven van Ezechiël.

God gaf ruimte aan de Babyloniërs door Zijn tempel te verlaten voor de verwoesting. Zijn volk had Hem al verlaten.

Toch lezen we in het visioen van Ezechiël over gruwelijkheden die, in mijn beleving, nog niet hadden plaatsgevonden en neemt Ezechiël ons mee naar de tijd van Antiochus lV Epifanes: 'En zie, ten noorden van de poort van het altaar stond in de ingang het afgodsbeeld van de na-ijver.' Ezechiël 8:5b

Deze Antiochus lV Epifanes heerste rond 170 v. Christus. Hij was één van de laatste en meest gruwelijke heersers van het Griekse rijk. Hij haatte de Joden en hun eredienst, daarom ontheiligde hij de tempel. O.a. door het offeren van een varken, een onrein dier.

In alle opzichten is hij een typebeeld van de antichrist. (Hij is zeer waarschijnlijk de kleine hoorn uit Daniël 8.)


Waarom verliet God Zijn huis? Laten we eerst vaststellen dat God geen tempel op aarde nodig heeft: 'Maar Ik zeg u: Zweer in het geheel niet, niet bij de hemel, want dat is de troon van God; niet bij de aarde, want dat is de voetbank van Zijn voeten; en ook niet bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning.' Mattheüs 5:34-35


Laten wij ook eens kijken wat er gebeurt als God wel in de tempel verschijnt: 'Toen Salomo geëindigd had dit gebed te bidden, kwam het vuur uit de hemel neer en verteerde het brandoffer en de slachtoffers, en de heerlijkheid van de HEERE vervulde het huis. De priesters konden het huis van de HEERE niet binnengaan, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van de HEERE vervuld. Toen alle Israëlieten het vuur en de heerlijkheid van de HEERE over het huis zagen neerkomen, knielden zij met hun gezichten ter aarde, op de vloer, bogen zich neer en loofden de HEERE dat Hij goed is, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.' 2 Kronieken 7:1-3


Weet je nog toen we het vorige week over vreemd vuur hadden? Daarna lazen we de tekst over de almachtige God: 'Want onze God is een verterend vuur.' Hebreeën 12:29

Als deze God in onze kerken zou wonen, dan zouden wij niet kunnen blijven staan.

Echter God heeft er voor gekozen om in ons te wonen: 'Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt, en dat u niet van uzelf bent?' 1 Korinthiërs 6:19

Echter Gods heiligheid is nooit veranderd. Vraag je eens af: 'Kan God wonen in een onheilig huis?' 'want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig.' 1 Petrus 1:16


Onze positie in Jezus Christus is uniek ten opzichte van vroegere tijden. Laten wij daarom als waardige kinderen van Hem wandelen: 'En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.' Efeze 4:30


Bidden en danken:

* Dank U Heer dat Uw heiligheid ons huis vult. Wij geloven dat U ons meer en meer bewust gaat maken van Uw heiligheid en dat wij als waardige kinderen van U zullen wandelen.

* 'Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bezoedeling van vlees en geest, en de heiliging volbrengen in het vrezen van God.' 2 Korinthe 7:1

* 'Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest.'

Psalm 51:12

* 'Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid, delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid. Was mij schoon van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde.' Psalm 51:3-4

* Heer U bent een heilig God, vergeef ons hoe wij met Uw schepping zijn omgegaan, vergeef ons dat wij slechte rentmeesters zijn geweest.

* Heer herstel ons land en maak ons rein, zoals U Zelf rein bent.

Maak een gratis website.