Leiderschap in de gemeente

Leiderschap in de gemeente
Lezen Handelingen 6:1-7

Vorige week hadden we het over liberalisme en de synagoge van de Libertijnen. Oorspronkelijk betekent dit 'vrijgelatenen'. Joodse slaven die door de Romeinen waren vrijgelaten. De ouders van Saulus behoorden hiertoe. Vandaar dat Saulus het Romeinse burgerschap kon claimen. Niet zo gek dat Saulus een grote rol speelde bij de veroordeling van Stefanus.
De voorbereiding tot deze veroordeling en doodstraf zien we al terug in de vervolging van de apostelen in de voorgaande hoofdstukken.
Mogelijk zijn er infiltranten uit de Libertijnen in de eerste gemeente binnengekomen, zo we kunnen lezen in Hand.6:1: 'In die dagen, toen het aantal discipelen steeds toenam, ontstond er gemor van de Griekssprekenden tegen de Hebreeën, omdat hun weduwen bij het dagelijkse dienstbetoon over het hoofd gezien werden.'
Hier wordt gesproken over Grieks sprekenden, waarschijnlijk discipelen uit de heidenen en mogelijk Libertijnen uit Cilicië of Asia (vers 9).

We zien een lijn in de Bijbel, waarbij morren (klagen en slechte geruchten verspreiden) vaak de start is om een duister plan ten uitvoer te brengen. Meestal heeft dit te maken met rebellie tegen God en Zijn aangesteld leiderschap.
Vergis je niet, wat hier gebeurt had kunnen leiden tot de eerste kerkscheuring.
Daarom gaan we het in deze overdenking hebben over de voorwaarden waaraan goed leiderschap moet voldoen in de gemeente.

Eigenlijk lezen we in vers 1 dat er misleiding plaatsvond. De gekozen tactiek is hier 'afleiding' van waar het werkelijk om gaat.
De apostelen doorzien deze geest en roepen de gehele menigte van de discipelen bij zich en zeiden: 'Het is niet behoorlijk dat wij nalaten het Woord van God te verkondigen om de tafels te dienen.' Handelingen 6:2
Vervolgens stellen zij 7 diakenen aan die voldoen aan de volgende voorwaarden: 'van wie men een goed getuigenis geeft, vol van de Heilige Geest en van wijsheid' Handelingen 6:3
De reden lezen we in Hand.6:4: 'Wij echter zullen volharden in het gebed en in de bediening van het Woord.' 'En dit woord behaagde heel de menigte;' (vers 5)
Geleid door de Heilige Geest bracht dit bekwame leiderschap direct eenheid.
Er vindt gebed en handoplegging plaats. (vers 6)
Het resultaat is tegenovergesteld aan het duistere plan van de infiltranten, want 'het Woord van God verbreidde zich en het aantal discipelen in Jeruzalem nam sterk toe; en een grote menigte priesters werd aan het geloof gehoorzaam.' Handelingen 6:7
Lees ik dat goed? 'Een grote menigte priesters werd aan het geloof gehoorzaam.'
Wauw, wat geest-vervuld leiderschap al niet kan betekenen!

Wat betekent dit nu voor ons? Moeten wij in elke gemeente 12 apostelen en 7 diakenen aanstellen? En waarom wordt hier over apostelen gesproken in plaats van oudsten of ouderlingen?
In de eerste plaats moeten we nu, mijns inziens, niet in een sterke hiërarchische organisatie gaan denken. Besef dat deze gemeenschap mogelijk al groter was dan 20.000 personen. Zie Hand.4:4: 'En velen van hen die het Woord gehoord hadden, geloofden, en het aantal mannen werd ongeveer vijfduizend.'
Besef ook de plaats waar zij samen kwamen: 'En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken' Handelingen 2:46a
Moet je eens voorstellen: 20.000 gelovigen in Jezus Christus uit 1 plaats die dagelijks samenkomen: 'En er gebeurden door de handen van de apostelen veel tekenen en wonderen onder het volk; en zij waren allen eensgezind bijeen in de zuilengang van Salomo.' Handelingen 5:12

Ik lees 2 plaatsen van samenkomst, namelijk de tempel en de huizen.
De geestvervulde gemeente was al voorbereid door hun Heer zelf. De apostelen wisten al wat verdrukking was en uit welke hoek deze zou komen. Deze gemeenschap was voorbereid op vervolging en had een platte organisatie. Het leiderschap was vanuit Gods Geest, dienend leiderschap: 'Leading by example.'
Elk huis had een oudste en elke wijk in Jeruzalem mogelijk ook. De diakenen, zoals Stefanus, zorgden voor de orde en vrede onderling. Zij hielden toezicht op het 'bedienen van de tafels', vers 2, zodat de apostelen (uitgezondenen) hun werk konden voortzetten in gebed en bediening van het woord, vers 4. O.a. nieuwe huisgemeenten starten!

Het was een biddende gemeenschap. Misschien wel vergelijkbaar met de tijd van Mozes, die van zijn schoonvader Jethro dit advies krijgt: 'Jij echter, jij moet daarnaast onder heel het volk omkijken naar bekwame mannen, godvrezende, betrouwbare mannen, die een afkeer hebben van winstbejag. Je moet leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien over hen aanstellen.' Exodus 18:21

Bidden en danken:

* Heer niet voor niets zegt U dat het oordeel begint bij het huis Gods.

* Heer wij bidden voor Uw huis, dat ons karakter en dat van Uw gemeente, overéén zal stemmen met Uw karakter.

* Laat ons een gemeenschap zijn die waardig is Uw naam te dragen, een gemeenschap die een eenheid is in U.

* Een gemeenschap die waardig is Uw bruid te zijn, gekleed in smetteloos fijn linnen.

* Een gemeenschap die kan zeggen: 'Wij functioneren als het lichaam van Christus en Hij is het hoofd, want Hij stuurt ons aan.'

* Heer wilt U elk element van macht uit Uw lichaam, bruid, gemeenschap verwijderen.

* Heer maak van Uw kerk weer een platte organisatie met volkomen gelijkheid waarbij U het hoofd bent en waarin iedereen verantwoordelijkheid draagt naar U en voor de gemeenschap.

* Heer maak een eind aan consumptie-christendom