Verzoening

27-04-2025

Verzoening
Lees Hebreeën 3


Kijk je op TV wel eens naar het Familiediner? Een programma waarin een familielid probeert om een slepend conflict binnen de familie tot een keerpunt te brengen.
Verharding van harten is hierbij kenmerkend. De schuld ligt altijd bij de ander.

Gods Woord zegt: 'Heden, indien u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet' Hebr.3:7-8a
Omschrijft bovenstaande tekst niet de oorzaak waarom verzoening niet kan doorbreken?
Vanuit de laatste versen van het oude testament kennen wij Gods uitdrukkelijke wil in de laatste dagen: 'Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende dag . Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen, en het hart van de kinderen tot hun vaders, opdat Ik niet zal komen en de aarde met de ban zal slaan.' Maleachi 4:5-6
Gods hart is in alles verzoenend. Daarom wil Hij verzoening tussen ouders en kinderen, broeders en zusters. En bovenal verzoening met Hem als Hemelse Vader.

Verzoening en een waarschuwing tegen verharding staan centraal in Hebreeën 3.
Daarom begint dit hoofdstuk met TROUW en GELOOF en eindigt het met ONTROUW en ONGELOOF.
Laten wij daarom vol van geloof en vertrouwen vers 6 in acht nemen: 'Christus echter is getrouw over Zijn huis als Zoon. Zijn huis zijn wij, als wij tenminste de vrijmoedigheid en de roem van de hoop tot het einde toe onwrikbaar vasthouden.'

Alles in deze eindtijd heeft te maken met volharding in ons geloof. Ook wij worden beproefd zoals de Israëlieten in de woestijn.
Oorzaak en gevolg van hun ongeloof worden genoemd in vers 11 en 12: ' Daarom heb Ik in Mijn toorn gezworen: Mijn rust zullen zij niet binnengaan! Zie erop toe, broeders, dat er nooit in iemand van u een verdorven hart zal zijn, vol ongeloof, om daardoor afvallig te worden van de levende God;'
De oplossing lijkt te staan in vers 13: 'maar vermaan elkaar elke dag, zolang men van een heden kan spreken, opdat niemand van u verhard zal worden door de verleiding van de zonde.'

Aan het eind van dit hoofdstuk lijkt de Heer (middels de Hebreeën-schrijver) een Q&A te houden met ons.
Hij stelt ons 6 vragen, waarin vraag en antwoord verborgen is:
16 'Wie waren het dan die Hem hoorden en Hem tergden? Waren het niet allen die onder leiding van Mozes uit Egypte vertrokken? 17 Van wie kreeg Hij dan genoeg in die veertig jaar? Was het niet van hen die zondigden en van wie het gebeente in de woestijn neerviel? 18 En aan wie heeft Hij gezworen, dat zij zijn rust niet zouden binnengaan? Was het niet aan hen die niet gehoorzaam geweest waren? ' Hebr. 3:16-18
In deze vragen lezen we een proces van 40 jaar verharding, van kwaad tot erger!
Van geloof tot ongeloof(vers 16), van zegen tot vloek(17) en van aanname tot verwerping(18).

Hun nageslacht ging het beloofde land binnen.
Is de tekst in Maleachi ook voor deze vaders en kinderen bestemd: 'Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen'. Of kan deze tekst ook te maken hebben met Israël(aartsvaders) en de gemeente als haar nageslacht?
Ik weet het niet, maar één ding is mij wel duidelijk: 'Zo zien wij dat zij niet konden ingaan vanwege hun ongeloof.' Hebreeën 3:19


Danken en bidden

* Heer kom ons ongeloof tegemoet en maak onze harten zacht ten aanzien van U, maar ook ten opzichte van elkaar.

* Heer help ons de muren die wij opgebouwd hebben, rondom onze harten, af te breken.

* Uw belofte is: 'Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal ik uit uw lichaam verwijderen en ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal ik in uw binnenste geven' Ez.36:26-27

* Heer Uw huis zijn wij en leer ons de vrijmoedigheid en de roem van de hoop tot het einde toe onwrikbaar vast te houden. (Uit Hebr.3:6)

* Heer geef ons het geloof dat bergen kan verzetten.


Maak een gratis website.