De watervloed van de wereld
Lees Johannes 15: 18-27
Vorige week kwam ineens het beeld van een droom uit 2020 terug. Ik kreeg hier nieuwe gedachten bij die ik wil delen omdat het mogelijk ook voor jou herkenbaar is.
Droom:
"Ik bevond mij in een sterke diepe stroom in het midden van een grote rivier. Een stroom waar ik geen weerstand aan kon bieden. De rivier waar ik door gegrepen was nam alles op zijn weg mee.
Ik had een stok in beide handen. De stokken had ik nodig om monsters van mij af te houden. Ze zagen eruit als grote slangen en krokodillen. Ik bevond mij in de hoofdstroom (mainstream) en wist dat ik eruit moest zien te komen. In de zijstroom aangekomen constateerde ik dat er geen monsters meer waren. Echter kwam ik hier twee drenkelingen tegen die zich aan mij vast klampten. Ik liet dit toe. De stroom was minder hard en ik was in staat met deze twee personen aan de hoge oever te komen. Daar werd mij een hand toegestoken die ik pakte.
Ik werd door meerdere personen op de kant getrokken. Op het moment dat zij mij uit het water tilden namen de twee drenkelingen een monsterlijke gedaante aan. Het leken wel twee grote bloedzuigers. Mijn lichaam was hierdoor voor een gedeelte aangetast, echter op het droge herstelde dit op een wonderlijke wijze."
Als christen kunnen we onszelf ineens weer in de 'mainstream' van de wereld bevinden en constateren dat wij in een smerige omgeving zijn vol met afval en afschrikwekkende monsters. Afval en monsters die niet zichtbaar zijn voor de wereld, maar wel voor jou als wedergeboren christen.
Monsters die in staat zijn hun tentakels als een Leviathan in jou te slaan en zo maximale controle op je kunnen uitoefenen.
De zijstroom lijkt comfortabel en een plaats om anderen te helpen. Dit voelt goed, maar iets drong mij om de rivier te verlaten. Pas op het droge besefte ik dat ook de zijstroom behoorde tot de mainstream. Deze plek was niet intimiderend, maar manipulerend en daardoor minstens zo gevaarlijk. De personen die zich aan mij vast klampten waren in staat om mij leeg te zuigen zoals bloedzuigers dat doen.
Voor mij vielen wat zaken op hun plaats.
Vaak vroeg ik mij af: "Moeten wij tegen de stroom van de wereld inzwemmen?" Gods Woord zegt: 'Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u.' Joh.15: 19
Dus we moeten uit de wereld, tegen de stroom in, of is het Gods wil dat wij helemaal uit de rivier van de wereld gaan?
Moeten we daar dan helemaal niet meer komen? Ik moet denken aan de 'Christenreis' van John Bunyan. De personage van Christen verplaatst zich inderdaad over een smalle weg i.p.v. 'de brede weg'. Op die smalle weg weet de satan toch nog allerlei verzoekingen op zijn pad te brengen.
Toch heb ik tijdens de evangelisatie of andere momenten soms het gevoel dat ik weer even de wereld in ga. Of hoe zit het met iemand uit mijn oude beroep, militair. Of met een bouwvakker. Twee werelden waar veel gevloekt wordt en onderwerpen ter sprake komen die het daglicht niet kunnen verdragen.
In mijn beleving zijn dit van die momenten dat we tegen de stroom inzwemmen. De meest veilige plaats is dan, net als een zalm, onder water. Echter dit is niet altijd mogelijk. Soms kunnen we schuilen in de keerstroom achter een rots en soms zelfs op de rots.
Zou het zo kunnen zijn dat wij fysiek in de wereld zijn, in de stroom, maar geestelijk buiten de wereld staan, op het droge? Zoals Openbaring 18 vers 4 zegt: 'Ga uit haar weg, Mijn volk, opdat u geen deel hebt aan haar zonden, en opdat u niet van haar plagen zult ontvangen.'
Waarom kwam deze droom terug. Het lijkt een waarschuwing voor de comfortabele zijstroom. Heerlijk meebewegen met de wereld en tegelijkertijd mensen helpen. Het creëren van een 'Feel good evangelie'. Het doen van een mooi christelijk werk waarbij je keurig in de pas loopt met de wereld.
Ik geloof dat de Here Jezus ons wil bemoedigen. In het bijzonder al diegene die op hun werk of elders tegen de stroom van de wereld in moeten. Ik geloof dat Hij, terwijl jij in de wereld staat, nu aan jou de vraag stel: "Wie zeg jij dat ik ben?"
Deze vraag stelde Hij aan Zijn discipelen. Petrus sprak toen: 'U bent de Christus, de Zoon van de Levende God.' Matt.16: 16
Getuig jij als een Petrus op deze wijze van Jezus, de Christus, de Messias, de Gezalfde van God.
Deze vraag stelde Jezus op de meest wereldse plaats die mogelijk was, n.l. Caesarea Filippi.
Misschien wel de plaats waar de mainstream als bron van verderf uit de aardbodem opwelde om van daaruit Israël te overspoelen. Misschien wel de put van de afgrond uit Openbaring 9 vers 1: 'En hem werd de sleutel van de put van de afgrond gegeven.'
Uiteindelijk bereikt de watervloed van deze wereld een climax: 'En de slang spuwde uit zijn bek water als een rivier, de vrouw achterna, om haar door de rivier te laten meesleuren.' Op.12:15
Zeer waarschijnlijk maken wij dit niet meer mee. Toch wordt de stroom sterker. Hierbij mogen wij onszelf de volgende vragen stellen:
Hoe bewoog Jezus zich in de mainstream van de wereld, hoe sprak Hij en hoe ging Hij om met de mensen en de toenmalige omstandigheden?
Gebed:
* Heer wij danken U voor Uw liefde in een wereld die ons haat.
* Heer wij danken U dat wij omwille van Uw naam worden gehaat, omdat de wereld U eerst heeft gehaat
* Heer maak ons zichtbaar wat in onze levens nog van de wereld is, waar de Leviathan nog steeds invloed kan uitoefenen op ons leven.
* Heer wij willen vrij zijn van zijn tentakels en al deze verbindingen met het dodenrijk doorklieven.
* Heer dank U voor Uw 2-zijdig scherp zwaard waarmee U spreekt en waarmee U scheiding brengt tussen ziel en geest, gewrichten en merg.
*Heer wij danken U in de vervolging en prijzen U dat er nog enigen zijn die Uw Woord in acht nemen, zodat zij ook onze woorden in acht nemen. Geef ons dan vrijmoedigheid om Uw Woorden te spreken.
* Heer wij danken U voor de Trooster, de Geest van de Waarheid die van U getuigd.
* Heer wij danken U dat deze Geest als een getuige van U Jezus Christus in ons mag werken.