Het verbond van de dag en de nacht
Lees Jeremia 33: 14-26
Lezen: Jer.33:14-26Vorige week sprak ik over twee verbonden die God heeft gesloten. Een verbond van de wet, wat ook wel het aardse Jeruzalem wordt genoemd en het verbond van de Geest, wat het Hemelse Jeruzalem is. Gal.4:25-26. In de NBG-1951 wordt hier gesproken over twee 'bedelingen'.We kwamen in deze overdenking tot de ontdekking dat het nieuwe verbond, gesloten door het bloed van Jezus Christus, al lang verborgen lag in de beloften aan Abraham en Izak.
O.a. door de tekst uit Gal.3:29: 'En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.'
Het is het Hemelse Jeruzalem waar Abraham al zicht op had en dàt Hemelse Jeruzalem is VRIJ.
We ontdekten ook dat Israël in het verouderde verbond als een overspelige vrouw is verworpen, maar dat er in dat oude verbond een belofte ligt van de Messias om door Hem tot redding en herstel te komen.
We lazen in Hebr. 8:13, dat dit verouderde verbond op het punt staat te verdwijnen.
Als je vasthoudt aan dit verouderd verbond, brengt dat je in slavernij. Daarom wordt er tot op heden in het geval van het aardse Jeruzalem gesproken over slavernij.
Deze week heb ik een tekst uit Jeremia waarin God spreekt tot Jeremia over twee verbonden.
Hij vergelijkt het 'verbond met David en met de Levieten, de priesters,' met Zijn 'verbond met de dag en met de nacht', daarbij aanduidend dat het 'verbond met David en de Levieten, priesters', pas zal ophouden als Zijn 'verbond met de dag en de nacht' zal ophouden. (vers 11).
Als we kijken naar het 'verbond van de dag en de nacht' is dat primair een vergelijking, waarmee God aangeeft dat het 'verbond aan David en de Levieten' niet door mensen teniet kàn worden gedaan. Dus dat verbond is heel belangrijk. Laten we vandaag eens inzoomen op dit 'verbond met David en de Levieten, priesters'. Het is feitelijk één verbond, maar laten we ze eens uit elkaar trekken om wat meer inzicht te krijgen:
Het verbond van David: "Aan David zal het niet aan een man ontbreken die op de troon van het huis van Israël zit" (Jer. 33:17). Het is helder dat dit gaat over Jezus: Hij is de Zoon van David, die voor eeuwig op de troon van David zal zitten.Het verbond van de Levieten, priesters: "en aan de Levitische priesters zal geen man voor Mijn aangezicht ontbreken die het brandoffer brengt, het graanoffer in rook laat opgaan en het slachtoffer bereidt, alle dagen" (Jer. 33:18).
In Num. 25:13 wordt t.a.v. de priesters gesproken over "het verbond van het eeuwige priesterschap" dat aan het priestergeslacht gegeven is. Het verbond van de Levieten, priesters gaat over een eeuwig priesterschap. Daarbij is Jezus onze Hogepriester en wij als christenen zijn een "koninklijk priesterschap". (Hebr. 10)
Als we deze twee combineren in één verbond, moet ik sterk denken aan het priesterschap dat koning David instelde. Toen David koning werd zette hij een tent op in Jeruzalem, waar hij 4000 zangers en muzikanten aanstelde om de Heer te bezingen, het Woord te zingen, etc. O.a. in 1Kron.15,16 en in 1Kron.23 lezen we hierover.
Het koninklijk priesterschap van alle gelovigen zal in ieder geval duren tot en met het 1000-jarig rijk van Jezus. Dit priesterschap met zijn verschillende offers: dankoffers, lofoffers, onze lichamen (Rom.12:1,2), de schalen met reukwerk in Openb., etc.
Ja, je leest het goed: er worden geen brandoffers, graanoffers en slachtoffers gebracht in dit nieuwe priesterschap. Maar de vervulling is er wèl: Jezus bracht het ultieme offer op Golgotha. En sindsdien doen wij steeds een beroep op dit offer, bijv. door het Avondmaal, waarmee wij het offer steeds 'brandende' houden. Dit verbond van David en de Levieten zal dus pas ophouden als de orde van de dag en de nacht verstoord wordt (Jer. 33:20,21). Natuurlijk hebben we wel een aantal 'verstoringen' gezien; denk aan Jozua (Joz. 10) en toen Jezus stierf (Matt.15:33), maar dat was niet een blijvende verstoring.
Toch zal die orde een keer ophouden.
Openbaring 21 en 22 vertellen ons over de 8e dag, in mijn beleving is dat het 8e millennium. De tijd waarin Jezus het Koningschap na 1000 jaar overgeeft aan de Vader.
EEN TIJD WAARIN HET GEEN NACHT MEER IS. De tijd waarin het Hemelse Jeruzalem neerdaalt op de aarde. Dan is het de tijd van de nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Wat een diepte zit er in die laatste verzen van Jeremia 33: 'Zoals het leger aan de hemel niet geteld en het zand van de zee niet gemeten kan worden, zo talrijk zal Ik het nageslacht van Mijn dienaar David maken, en de Levieten, die Mij dienen.'
Jeremia 33 eindigt met een prachtige belofte:"Zo zegt de HEERE: Als Mijn verbond met de dag en de nacht er niet is, als Ik de vaste orde van de hemel en de aarde niet geregeld heb, dan zal Ik ook het nageslacht van Jakob en van Mijn dienaar David verwerpen, zodat Ik uit zijn nageslacht geen heersers over het nageslacht van Abraham, Izak en Jakob zal nemen. Want Ik zal een omkeer brengen in hun gevangenschap en Mij over hen ontfermen."
Wat een geweldig verbond van 'David en de Levieten, priesters'!
Laten ook wijzelf groeien in dat koninklijke priesterschap onder aanvoering van onze Hogepriester: Koning JEZUS!
DANKEN EN BIDDEN
* Dank U Heer voor de orde die U geeft in dag en nacht.
* Heer wij zien dat de mens er alles aan doet om Uw orde te verstoren, ook die van dag en nacht, maar het zal hen niet lukken.
* Dank U dat U het donker liet worden bij het laatste noodzakelijke offer en dat door dat offer velen tot geloof zijn gekomen.
* We bidden dat ook bij het donker worden bij Uw wederkomst, nog velen tot geloof in Jezus zullen komen.
* We bidden dat we waardige priesters zullen zijn in onze roeping om te bidden. We bidden ook om inzicht in wat die roeping exact voor ons persoonlijk inhoudt.
* Heer wij prijzen U voor de vernieuwing die U gaat geven op deze aarde op het moment dat het donker wordt en de sterren van het hemelgewelf op aarde vallen.
* Wij bidden voor de aankomende Tweede Kamerverkiezingen. We bidden voor een nieuwe regering die goddelijke principes wil terugbrengen in ons land.
* Wij bidden om bescherming voor alle bidders.GETUIGENIS